Hoe voeren we onze vissen?

Er is een grote diversiteit in visvoer en iedere vis heeft zo zijn eigen voorkeuren. Het ene voer is het andere niet, de ene vis heeft weer heel wat anders nodig dan de andere vis, het is dan ook belangrijk het voer af te stemmen op de vissen die zich in het aquarium bevinden.

Droogvoer

Vroeger voerde men alleen in noodgevallen droogvoer, omdat de kwaliteit niet altijd even goed was. Tegenwoordig zijn er uitstekende soorten droogvoer te koop. Zo zijn er tabletten, sticks, vlokken en granules, wat voor bijna iedere vis een goede basisvoeding is. De meeste soorten doen het er prima op en blijven een leven lang gezond. Voordeel van droogvoer is, dat het makkelijk bij de hand te houden is en dat men er geen diepvries voor nodig heeft. Ook zitten er in dit voer geen parasieten of andere ziekteverwekkers.
Toch is droogvoer niet voor alle vissen even goed. De ene vis heeft meer behoefte aan plantaardige voeding, de andere eet nooit plantaardige kost. Het is wel mogelijk verschillende soorten vlokvoer af te wisselen. Bodemvissen zullen bijv. nooit voedsel opnemen uit de middelste of bovenste waterlaag. Voor deze vissen zijn er speciaal tabletten verkrijgbaar, die meteen naar de bodem zakken. Omdat de meeste bodembewoners pas in de schemering actief worden, is het beter dit voer wat later te geven.

Levend voer

Onder levend voer verstaan we verschillende soorten voedseldiertjes, zoals de witte, zwarte en rode muggenlarven, watervlooien, tubifex en artemia (pekelkreeftjes). Een aantal hiervan is zelf te vangen, maar ook verkrijgbaar in een dierenwinkel/aquariumspeciaalzaak. Sommige diertjes kunt u ook zelf kweken.
Zelf vangen kan nadelig zijn, omdat er dan ook ongewenste ziekteverwekkers in het aquarium terecht kunnen komen. Garnaaltjes, muggenlarven en watervlooien zijn ook gedroogd en ingevroren verkrijgbaar. Ingevroren voer moet overigens altijd ontdooid aan de vissen gegeven worden. Voor de grotere vissen zijn grotere voedseldieren, zoals bijv. de regenworm, heel geschikt. Deze kan men, na een flinke regenbui, buiten verzamelen. Wat hierbij wel belangrijk is, is dat de wormen eerst apart in een bakje gehouden moeten worden, totdat hun darmkanaal leeg is. Hierin bevindt zich nl. zand, wat we niet in het aquarium willen hebben.

Plantaardig voer

Sommige vissen eten (bijna) alleen plantaardig voedsel. Dit zijn bijv. de meervallen, veel levendbarende vissen en sommige karperachtigen. Deze vissen houden van algen, die ze van de ruiten, stenen en planten zullen eten. Als er niet voldoende algen in het aquarium zijn, moeten de vissen bijgevoerd worden met bijv. waterkers, sla en spinazie. De groenten moeten eerst even in kokend water gehouden worden. Er bestaat ook plantaardig droogvoer, wat alles bevat wat de vis nodig heeft.

Ander voer

Dit is voer wat niet in te delen is onder droogvoer, plantaardig- of diepvriesvoer. Het kan hierbij gaan om stukjes vlees, vis en schaaldieren. Vooral de grotere cichliden stellen dit voer op prijs. Zo vinden ze vis, mosselen of eigeel erg lekker. Van eigeel kan met beter niet teveel geven, omdat het water er erg vies van wordt en de vis er snel te dik van wordt. Een vis mag nooit brood hebben. Brood zet uit in de maag, wat problemen kan veroorzaken.

Hoeveel

Vissen krijgen vaak veel te veel voer, wat niet goed is. Alles wat de vissen niet opeten, belandt op de bodem, waar het gaat rotten en dat is weer slecht voor de watersamenstelling. Als vissen teveel eten, hebben ze ook meer ontlasting, wat ook weer op de bodem terecht komt. Al deze dingen zijn echt ziekteverwekkers en vervuilers en bovendien veroorzaken ze giftige stoffen in het water.
Vissen kunnen meerdere keren per dag gevoerd worden, maar ze mogen niet meer hebben dan ze in vijf minuten opeten. Het is zelfs beter een dag niet te voeren, dan te vaak te voeren.