Het natuurreservaat 'Het Zwin' aan de Noordzee

De Noordzee heeft heel wat toeristische troeven en daar is 'Het Zwin' er zeker een van. Je vindt dit prachtige natuurreservaat in de uithoek van België en meer bepaald in Knokke-Heist. Vroeger was het Zwin een zeearm die de stad Brugge met de Noordzee verbond. Dit stukje water verdween echter door verzanding waardoor de functie van Het Zwin veranderde. Het is nu een unieke plaats voor planten, dieren, natuurliefhebbers en wandelaars.

• Geschiedenis van het Zwin
• Slikken en schorren
• Planten in 'Het Zwin'
• Dieren in 'Het Zwin'

Geschiedenis van het Zwin

In de Middeleeuwen was de Belgische stad Brugge rechtstreeks verbonden met de Noordzee en dit door de zeearm die 'Het Zwin' werd genaamd. Deze arm verzandde echter waardoor de haven van Brugge niet meer kon functioneren. Op de plaats waar de vroegere zeearm uitmondde in de zee ligt nu een prachtig natuurgebied die naar de zeearm werd genoemd. Het natuurreservaat die je kan bezoeken heet 'Het Zwin'.

Slikken en schorren

De grote zandvlakte van 'Het Zwin' bestaat uit slikken en schorren. De slikken zijn altijd heel modderig of 'slijkerig'. Twee keer per dag wordt dit gebied overspoeld door de zee. Alleen bij eb staat het droog. De planten die er willen groeien krijgen dus heel wat zoutwater over zich heen.Hogerop liggen de schorren of kwelders. Ze zijn ontstaan doordat bij hoogtij telkens opnieuw slib uit de zee werd afgezet. Alleen bij springvloed - als het zeewater heel hoog stijgt - komen de schorren onder water te staan.

Planten in 'Het Zwin'

In het natuurreservaat 'Het Zwin' groeien er heel wat verschillende soorten planten die je nergens anders vindt. De bloemen, grassen,... moeten immers tegen het zout van het zeewater kunnen. We noemen het dan ook zoutminnende planten of halofyten. Deze planten hebben het even moeilijk als woestijnplanten. Hun grootste probleem is uitdroging. Ze worden wel overspoeld door water, maar door het zout kunnen de wortels hun werk minder goed doen. Daarom hebben heel wat halofyten in 'Het Zwin' vlezige stengels. Die houden het water net iets beter op. Sommige planten hebben ook schubjes. Deze zijn gevuld met licht en weerkaatsen ook het zonlicht waardoor de plant minder snel uitdroogt.

Lamsoor

Lamsoor is een typische plant voor 'Het Zwin'. Ze wordt ook wel eens de 'Zwinneblomme' of 'Zwinbloem' genoemd. Door deze plant kleurt 'Het Zwin' van juli tot september helemaal paars.

Zeekraal

Zeekraal is een van de weinige planten die kan overleven in de slikken van 'Het Zwin'. Het heeft qua uiterlijk gelijkenissen met een cactus. Aanvankelijk zijn de vlezige stengels donkergroen, later krijgen ze een roodachtige kleur.

Helmgras

In de duinen van 'Het Zwin' groeien er een aantal soorten gras waaronder helmgras. Deze plantensoort noemen wij een typische zandbinder. Door de lange wortels kan de duin zich niet makkelijk gaan verplaatsen. Het helmgras houdt het zand als het ware vast.

Dieren in 'Het Zwin'

Daarnaast broeden er ook elk jaar duizenden vogels in 'Het Zwin'. Maar liefst twee derden van de ongeveer 400 getelde vogelsoorten in België zie je in dit natuurreservaat. Meer dan honderd van die vogelsoorten broeden er elk jaar hun eieren uit. De anderen zijn vooral trekvogels die in 'Het Zwin' even komen uitrusten en eten om krachten op te doen voor hun lange reis. Aangezien de slikken twee keer per dag overspoeld raken, liggen die vol met kleine zeediertjes. Deze dienen als voedsel voor de vele vogels in 'Het Zwin'.

De aalscholver

De aalscholver kun je aanschouwen in dit natuurreservaat. Deze vogel is een heel goeie zwemmer en gaat onder water op zoek naar eten. Z'n verenpak is echter niet waterdicht waardoor de aalscholver zijn pluimen na een duik moet laten drogen.

De ooievaar

In 'Het Zwin' kun je als wandelaar de mooie ooievaarsnesten bewonderen. Het klepperen van de vogels is ook een typisch geluid voor dit natuurreservaat.

Naast de vogels leven er ook heel wat konijnen in 'Het Zwin'. Ze graven heel wat lange gangen in het zand en die zijn ook belangrijk voor de vogels. Sommige gangen worden verlaten waardoor ze bewoond kunnen worden door vogels met hun jongen. Zonder de konijnen en hun holen zouden zowel de bergeend, de holenduif als de tapuit uit 'Het Zwin' verdwijnen.