Teken – plaagdieren en rotbeesten
De teek is het meest gehate dier van Nederland. Het radioprogramma Vroege Vogels wijdde er een verkiezing aan in 2012 en stelde een Top 50 samen van Rotbeesten. De teek won met grote voorsprong. Bijna een vijfde van de bijna 50.000 stemmen koos voor deze lastpak. Jaren later is hij nog niet van die troon gestoten en wordt er jaarlijks een Week van de Teek georganiseerd om mensen bewust te maken maken de gevaren van het beestje. De teek kriebelt niet alleen, hij is onooglijk en bovenal gevaarlijk omdat hij de ziekte van Lyme kan overbrengen. En tóch heeft het diertje nut voor de schepping.
Lastpak en rotbeest
Teek hoort bij de rotbeesten
Een teek is een geleedpotig spinachtig diertje, dat leeft van bloed. Hij zoekt een gastheer om bloed te zuigen. De teek kent vier levensstadia en in de laatste drie van de vier heeft hij bloed nodig. De stadia zijn:
- ei;
- larve;
- nimf;
- volwassen teek.
Op zoek naar een gastheer
De tekenlarve, -nimf of volwassen teek gaat op zoek naar een gastheer, een mens of een dier. Na de maaltijd laat de teek zich in het gras vallen om over te gaan naar zijn volgende levensfase. Na een paar maanden gaat de teek op zoek naar een nieuw slachtoffer: hij heeft honger. Het volwassen vrouwtje zuigt zich vol met bloed, legt haar eieren en gaat dan dood.
De ziekte van Lyme
Het diertje wekt vooral misnoegen en angst bij mensen vanwege zijn overbrengen van de ziekte van Lyme. Als de teek bloed zuigt van een gastheer die besmet is met de Lymebacterie, de bacterie
Borrelia burgdorferi, dan raakt de teek ook besmet. Het zijn vooral vogels en kleine knaagdieren die de Lymebacterie in zich dragen. Een besmette teek houdt de bacterie zijn leven lang bij zich en kan die overbrengen op een volgende gastheer bij een volgende bloedmaaltijd. Eitjes hebben de bacterie niet; het zijn vooral de nimfen en volwassen teken die de bacterie overbrengen.
Besmet
Mensen die gebeten worden door een teek kunnen besmet raken. Jaarlijks lopen meer dan een miljoen mensen een tekenbeet op en daarvan krijgen meer dan 22.000 de ziekte van Lyme. De kans dat je besmet bent na een tekenbeet is ongeveer twee tot drie procent. Ongeveer 20 procent van de teken draagt de bacterie. Sinds het einde van de twintigste eeuw is het aantal teken en tekenbeten en het aantal besmettingen sterk gestegen. De laatste twee jaren van de 20ste en de eerste dertien jaren van de 21ste eeuw laten zien dat het aantal tekenbeten verdubbelde en het aantal dat resulteerde in de ziekte van Lyme verviervoudigde. Ook het aantal teken dat geïnfecteerd is neemt toe. Veranderde milieuomstandigheden zijn daar debet aan. Er is meer groen in de stad en mensen trekken vaker de natuur in. Klimaatveranderingen spelen ook een rol. Het aantal geïnfecteerden stijgt ook omdat er in het buitenland meer infecties worden opgelopen.
Tekenseizoen van de plaagdieren
De teken kennen net als de pollen een seizoen. Waar de mensen met hooikoorts de pollenradar kunnen raadplegen is er voor mensen die op stap gaan in de natuur een tekenradar. Die radar geeft aan wanneer het tekenseizoen begint en waar de meeste teken kruipen. Doorgaans start het seizoen in april, maar dit is afhankelijk van het weer. Als het warmer wordt komen de teken weer in actie. De meeste besmettingen komen voor na een bezoek aan recreatiegebieden op zandgronden.
Week van de Teek
Er wordt op diverse fronten voorlichting gegeven over het gevaar van teken en er is vroeg in het voorjaar een Week van de Teek waarin er via de media nog eens extra wordt gewaarschuwd voor de teek. De Week van de Teek is jaarlijks in maart of april.
Voorkomen
Om een beet te voorkomen wordt geadviseerd de broek in de sokken te dragen, een shirt met lange mouwen of een jas te dragen en een petje op het hoofd te zetten. Na een uitstapje in de natuur is het nadrukkelijk aan te bevelen jezelf of elkaar te onderzoeken op teken, die zich vastzuigen aan je huid.
Nuttig diertje
Nu weten we zo langzamerhand wel hoe vervelend dit diertje is, maar waarom maakt hij deel uit van de schepping? Wat is het nut van de teek? De teek is een onderdeel van de natuur, een schakel in het grote geheel. Voor mensen hebben de diertjes niet direct nut. Voor mensen zijn het lastposten en dan nog gevaarlijke lastposten ook. Hij neemt ons bloed - een teek moet zich een paar keer in zijn leven helemaal vol zuigen - en met wat pech maakt hij ons in het voorbijgaan nog ziek ook. Voor de natuur heeft de teek natuurlijk wel zijn waarde. Allereerst is hij voedsel voor andere dieren, zoals:
- steekmieren;
- eksters;
- kraaien;
- spreeuwen.
Nut van het overleven
De vogels pikken de teken van het vee af: daarmee is de vogel gevoed en het schaap van zijn teek af. De teek is dus onderdeel van de voedselketen en die kan niet zonder problemen verstoord worden. Een ander nut is dat teken ziektes overbrengen en dat is in de natuur wel degelijk een prijzenswaardige eigenschap. De teek helpt bacteriën, virussen en ziektekiemen te overleven, door ze over te dragen van het ene dier op het andere of van het dier op een mens. Ziektes hebben in de natuur namelijk nut. In het grote natuurlijke geheel zorgen infecties ervoor dat zwakken afvallen en sterken overleven. Mensen leggen zich daar niet bij neer en grijpen medisch in. Op velerlei gebied is de mens afgedreven van het natuurlijke en soms, zoals bij de teek en de ziekte van Lyme, is dat maar goed ook. In het algemeen is alles en iedereen op aarde sterfelijk en keren micro-organismen, planten, mensen en dieren terug in de voedselketen. Zo houdt de natuur zichzelf in stand.
Nematoden
Een veelbelovende natuurlijke bestrijding van teken vormen de nematoden. Het zijn natuurlijke vijanden van de teek, kleine wormpjes. Ongeveer 60 procent van de teken die met nematoden in contact komen gaat dood. Er wordt nog onderzocht of nematoden kunnen worden ingezet bij bestrijding van teken in de buurt van picknickplaatsen en in parken en tuinen.
Meer teken, meer ziekte van Lyme
Sinds eind 20ste eeuw rukt de teek op. Met mildere winters, een vroeg voorjaar en meer voedsel is er minder sterfte onder muizen en vogels. Dat zijn de dieren die bekend staan als dragers van de Borrelia-bacterie. Teken zitten graag op deze dieren - en ook op reeën - en nemen zo de bacterie over. Meer muizen, vogels en reeën betekent ook meer teken met Borrelia. Het vroege voorjaar met oplopende temperaturen maakt de teek actief. Zodra de temperatuur boven de vijf graden komt wordt de teek actief. Hij klimt dan via grassprieten, planten en struiken omhoog en stapt over op een passerend dier of mens.
Lees verder