Een te traag werkende schildklier bij de hond

Een te traag werkende schildklier bij de hond Je hond wordt steeds dikker, terwijl hij zeker niet meer eet dan voorheen. Ook wandelt hij minder graag en ligt hij het liefst de hele dag voor de verwarming. Verschijnselen die nogal eens worden toegeschreven aan luiheid of ouderdom. Ze worden echter niet zelden veroorzaakt door een te traag werkende schildklier (hypothyreoïdie). Zeker bij middelgrote en grote honden van 2 tot 8 jaar oud, is hypothyreoïdie een vrij vaak voorkomende aandoening. Een te traag werkende schildklier kan bij alle hondenrassen voorkomen. De aandoening wordt echter beduidend vaker gezien bij middelgrote en grote rassen. Vooral bij de Golden retriever, Labrador, Doberman, Ierse setter, Cocker spaniël, Airedale terriër en Bouvier komt een te traag werkende schildklier regelmatig voor.

Honden en katten hebben, in tegenstelling tot mensen, twee losse schildklieren. Ze liggen dicht onder het strottenhoofd, links en rechts van de luchtpijp. De schildklier is eigenlijk de motor van het lichaam; hij regelt de snelheid waarmee organen functioneren en waarmee processen als de stofwisseling en de spijsvertering worden uitgevoerd. De schildklier doet dit door hormonen (T4) te produceren die via het bloed naar alle cellen van het lichaam worden vervoerd.

De oorzaak ligt meestal in de schildklier zelf

Schildklier (1) en bijschildklieren (2) bij de mens. Bij de hond ontbreekt het smalle verbindingsstukje tussen de twee schildklieren. / Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Schildklier (1) en bijschildklieren (2) bij de mens. Bij de hond ontbreekt het smalle verbindingsstukje tussen de twee schildklieren. / Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
Bij een te traag werkende schildklier worden er te weinig schildklierhormonen geproduceerd. De organen en processen in het lichaam functioneren daardoor op een te laag niveau. Bij een te traag werkende schildklier ligt de oorzaak bijna altijd in de schildklier zelf (primaire hypothyreoïdie). In ongeveer de helft van de gevallen is er sprake van een auto-immuunziekte. Om nog onbekende redenen ziet het immuunsysteem van de hond de eigen gezonde schildkliercellen als een bedreiging en valt ze aan. Er ontstaat een ontsteking in de schildklier en de antistoffen, die het lichaam hierbij aanmaakt, vernietigen langzaam het schildklierweefsel. De ziekte verloopt meestal heel geleidelijk. Pas na drie tot vier jaar zijn de schildklieren zover kapot gemaakt, dat er te weinig hormonen worden geproduceerd. Deze vorm van een te traag werkende schildklier wordt ook wel lymfocytaire thyreoïditis genoemd. Bij de andere helft van de honden is er sprake van idiopathische atrofie. Idiopatisch betekent 'zonder bekende oorzaak'. De schildklier wordt om onbekende redenen kleiner (atrofie) en het schildklierweefsel wordt deels vervangen door vetweefsel. Schildklierhormonen worden door alle schildkliercellen geproduceerd. Hoe minder schildkliercellen er zijn, hoe minder hormonen er dus worden aangemaakt.

Een enkele keer wordt een te traag werkende schildklier veroorzaakt door een (goedaardig) gezwelletje in de hypofyse van de hersenen (secundaire hypothyreoïdie). Deze kleine klier, met het formaat van een pinda, zit aan de onderkant van de hersenen. De hypofyse geeft zogenaamde 'thyroïd stimulerende hormonen' (TSH) af, die de schildklier aanzetten tot het produceren van schildklierhormonen. Door een gezwelletje maakt de hypofyse onvoldoende TSH aan, waardoor er te weinig schildklierhormonen geproduceerd worden. Veel van de honden die om deze reden een te traag werkende schildklier hebben, lijden ook aan de ziekte van Cushing.

De meest voorkomende symptomen bij een hond met een te traag werkende schildklier:
  • Gewichtstoename ondanks normaal eten
  • Geen gewichtsafname ondanks een dieet
  • Trage, zwakke hartslag
  • Droevige blik in de ogen
  • Kreupel aan wisselende poten
  • Sloom, geen zin om te wandelen (sjokkende gang)
  • Veel liggen, het liefst op warme plaatsen
  • Lage lichaamstemperatuur
  • Vachtproblemen zoals een doffe, plukkerige vacht, jeuk en kaalheid
  • Droge en schilferige huid met (soms) zwarte verkleuringen
  • Harde ontlasting, soms verstopping

Normaal eten en toch dikker worden

Het tekort aan schildklierhormonen zorgt ervoor dat de stofwisseling en de spijsvertering op een laag pitje staan. Ook organen als het hart en de nieren zijn niet in staat om op hun normale niveau te functioneren. De verbranding van voedingsstoffen gaat erg langzaam. De hond blijft meestal evenveel eten als voorheen, maar komt toch aan. Zelfs wanneer de hond beduidend minder gaat eten – veel eigenaren zetten hem op dieet -, leidt de uiterst trage verbranding niet tot een gewichtsafname. De hartslag van een hond met een te traag werkende schildklier is aanzienlijk lager dan bij een gezonde hond. Door de verminderde pompfunctie van het hart en de vertraagde nierwerking, kan zich ook vocht ophopen in het gezicht van de hond. Het gezicht wordt wat pafferig en de bovenste oogleden kunnen gaan hangen. De hond krijgt zo vaak een erg droevige, zielige uitdrukking. Het vocht kan zich ook rond de zenuwen ophopen. De hond kan dan, soms aan de ene en dan weer aan de andere poot, kreupel worden.

Weinig uithoudingsvermogen en het snel koud hebben

In het lichaam worden stoffen als glucose, koolhydraten en vetten omgezet in energie. Dit verbrandingsproces is nodig om de organen in het lichaam te laten functioneren en om de spieren te kunnen bewegen. Bij de verbranding komt ook warmte vrij, die ervoor zorgt dat de lichaamstemperatuur op het juiste niveau wordt gehouden. Wanneer er onvoldoende schildklierhormonen worden geproduceerd verloopt die verbranding erg traag en komt er maar weinig energie vrij. De hond is dan ook maar nauwelijks in staat om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden en heeft het snel koud. Hierdoor zoekt hij vaak warme plekjes op en ligt hij het liefst in de buurt van de verwarming, de kachel of de open haard. Door het gebrek aan energie heeft de hond ook weinig uithoudingsvermogen. Elke inspanning kost hem erg veel moeite. Bij het wandelen valt vaak een sjokkende gang op. Rennen en spelen zijn er meestal helemaal niet meer bij.

Slechte conditie vacht en huid

De lichaamscellen van de hond krijgen door de trage stofwisseling en spijsvertering onvoldoende vitaminen, mineralen en andere belangrijke voedingsstoffen toegevoerd. Dit heeft gevolgen voor de conditie van de huid en de vacht. Honden met een te traag werkende schildklier hebben dan ook vaak een doffe en plukkerige vacht. De ondervacht valt uit en er ontstaan kale plekken. Dit zie je vooral op de staart, de flanken en achter de oren. Ook is de huid meestal erg droog en schilferig en soms zijn zelfs zwarte verkleuringen (pigmentvlekken) te zien. Door de vertraagde spijsvertering stagneert bovendien het voedsel in de darmen en kunnen een harde ontlasting en verstopping ontstaan.

Onderzoek door de dierenarts

Als jouw hond één of meerdere symptomen laat zien die passen bij een te traag werkende schildklier, is het belangrijk om naar de dierenarts te gaan. Hij kan door middel van een bloedonderzoek meestal vrij eenvoudig de diagnose 'hypothyreoïdie' stellen. Als blijkt dat de hoeveelheid schildklierhormonen (T4) in het bloed te laag is, zal de dierenarts ook de hoeveelheid TSH (schildklierstimulerende hormonen die door de hypofyse worden aangemaakt) bepalen. Bij een te traag werkende schildklier is de T4-waarde erg laag, terwijl de TSH-waarde meestal juist sterk verhoogd is. De hersenen proberen met de extra aanmaak van TSH de schildklier te stimuleren om meer schildklierhormonen te produceren. De oorzaak van de traag werkende schildklier ligt dan in de schildklier zelf. Zijn zowel de T4- als de TSH-waarde verlaagd, dan is er meestal sprake van 'secundaire hypothyreoïdie'. De verminderde aanmaak van schildklierhormonen wordt dan veroorzaakt door een verkeerde aansturing vanuit de hersenen (meestal door een tumor in de hypofyse).

Het meten van de TSH-waarde in combinatie met de T4-waarde is belangrijk. Het zegt iets over de soort hypothyreoïdie en helpt dus bij de bepaling van de juiste behandelwijze. Daarnaast zijn er diverse ziekten die niets met de schildklier te maken hebben, maar die wel een (tijdelijke) verlaging van het T4-gehalte in het bloed kunnen veroorzaken. De TSH-waarde is in dat geval meestal normaal. Voorbeelden hiervan zijn: cardiomyopathie (hartspieraandoening), bloedarmoede of de ziekte van Cushing. Ook medicijngebruik of een ontsteking ergens in het lichaam kan de bloeduitslag beïnvloeden.

Een enkele keer kan het nodig zijn om een schildklierscan te laten maken om de diagnose met zekerheid te kunnen stellen. Bij een te traag werkende schildklier is op de scan te zien dat de schildklier nauwelijks of geen activiteit (meer) heeft. Een scan kan worden gemaakt bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren van de universiteit in Utrecht en bij de Lingehoeve Diergeneeskunde in Lienden of Tiel.

Behandeling van een te traag werkende schildklier

Als vaststaat dat je hond een te traag werkende schildklier heeft, dan zal hij behandeld worden met medicijnen. Hij moet dan dagelijks kunstmatige schildklierhormonen in tabletvorm slikken. Meestal wordt gekozen voor L-thyroxine tabletten. Omdat de schildklierfunctie niet meer zal herstellen, moet je hond de tabletten de rest van zijn leven krijgen. Na 4 tot 8 weken wordt opnieuw een bloedonderzoek gedaan, om de T4- en TSH-waarden te controleren. Op basis hiervan kan de medicatie eventueel worden bijgesteld.

Binnen enkele weken na het starten van de medicatie zie je vaak al een verbetering. Je hond is actiever, gaat weer graag mee wandelen en wil meestal zelfs weer spelen en rennen. Ook veel van de andere symptomen (snelle hartslag, snel koud hebben, harde ontlasting, droevige blik in de ogen en kreupelheid) verdwijnen over het algemeen vrij snel. Het herstel van de huid en vacht duurt wat langer (een paar maanden). Je hond kan in eerste instantie zelfs meer last krijgen van verharen en jeuk. Dit is echter een normale reactie op de medicatie en verdwijnt na een paar weken vanzelf. Wanneer de stofwisseling weer op een normaal tempo functioneert, zal je hond ook zijn overgewicht vrij snel kwijt zijn. Het totale herstel duurt meestal drie tot zes maanden. Als je hond goed reageert op de medicijnen, zijn de vooruitzichten erg goed.

Een te traag werkende schildklier is een vrij vaak voorkomende aandoening bij middelgrote en grote honden van twee tot acht jaar oud. Omdat de aandoening zich langzaam ontwikkelt, zijn de symptomen meestal het duidelijkst als de hond een jaar of zes oud is. In het begin zijn vooral een dunnere vacht en een wat slome uitdrukking zichtbaar. Ga, wanneer je deze symptomen bij je hond ziet, altijd naar de dierenarts. Hoe eerder een te traag werkende schildklier behandeld wordt, hoe minder je hond eronder te lijden heeft.
© 2011 - 2024 Tamira, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Trage schildklier hond: aangetaste, kale huid en overgewichtTrage schildklier hond: aangetaste, kale huid en overgewichtHet hebben van een leuke speelse hond als kameraad, is waar velen van ons veel plezier aan hebben. Het kan echter voorko…
Het belang van een goed functionerende schildklierHet belang van een goed functionerende schildklierMeer dan we ons realiseren hebben mensen in meer of mindere mate last van hun schildklier. Vreemd dat het zo lang onopge…
De werking van de schildklierVele mensen hebben vaag ergens gehoord van de schildklier, maar hebben geen idee wat hiervan de functie is. Dus wat is e…
De schildklier en alvleesklierDe schildklier en alvleesklierDe schildklier ligt in de hals, net onder het strottenhoofd. Aan de achterkant van de schildklier liggen vier kleine bij…

Een voliere bouwenEen volière kan een mooie aanvulling zijn in de tuin. Het gefluit van de vogels en hun speelse aard is het plezier zeker…
Een te snel werkende schildklier bij de katEen te snel werkende schildklier bij de katJe kat eet goed, maar valt toch af. Hij drinkt en plast meer dan normaal en lijkt af en toe erg onrustig. Er zijn versch…
Bronnen en referenties
  • www.dierendokters.com
  • www.regiodierenarts.nl
  • www.dierenkliniekvandermeiden.nl
  • www.dierenkliniekommen.nl
  • http://commons.wikimedia.org
  • Afbeelding bron 1: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
Reacties

Mirjam, 05-09-2016
Hallo, onze labrador van 9 maand, is aardig gezet, dit was ze al in het nest, ze speelt en rende veel, nu ligt ze veel en voelt ze koulijk aan, zal het de schildklier zijn? Maar ze is nog zo jong. Ze is pas loops geweest, kan dit er ook nog mee te maken hebben? Wat kan ik doen? Reactie infoteur, 12-09-2016
Als u twijfelt over de gezondheid van uw labrador, kunt u het beste naar de dierenarts gaan. Met een bloedtest kan worden vastgesteld of de schildklier naar behoren functioneert. Het is helaas onmogelijk om alleen op basis van de informatie die u geeft en zonder de hond te zien, een mogelijke oorzaak te noemen. Er kunnen uiteraard veel verschillende redenen zijn voor haar gedrag. Aanhoudende sloomheid nadat ze loops is geweest, is ook een reden om even naar de dierenarts te gaan. Schijnzwangerschap of een (beginnende) baarmoederontsteking kunnen daar eventueel de oorzaak van zijn.

Annemarie, 30-12-2015
Hallo mijn dalmatier is plots niet vooruit te branden en wordt maandag gecontroleerd of ze iets aan haar schildklier heeft… ze loopt ook stram terwijl ze altijd soepel liep… heeft ze pijn vraag ik me af wanneer ze iets aan dr schildklier heeft? Reactie infoteur, 04-01-2016
Beste Annemarie,

Ik hoop dat er inmiddels meer duidelijkheid is over de gezondheid van uw hond. Mocht ze problemen hebben met haar schildklier, dan zijn deze met (levenslange) medicatie over het algemeen goed te herstellen. Ze zal zich dan snel een stuk beter voelen. Veel beterschap voor uw hond!

Manuela, 06-11-2015
Beste,
Mijn bulldog van 9 heeft een traagwerkende schildklier. Helaas slaat medicatie niet aan, ik kan het niet precies verwoorden hoe de dierenarts dit zegt maar het komt er volgens mij op neer dat in het bloed aantoonbaar is dat het lichaam denkt dat er voldoende hormoon is maar dit niet het geval is zoiets. De dierenarts vind het sneu maar kan niks betekenen.mijn hond heeft er zichtbaar onder te lijden:is moe, koud, dik, kijkt triest slaapt eigenlijk alleen maar. Ze eet nog wel graag maar zou zo graag iets kunnen doen voor kwaliteit van leven. Wat kan/moet ik doen? Reactie infoteur, 09-11-2015
Vraag uw dierenarts om te beginnen eens om contact op te nemen met een specialist, bijvoorbeeld bij de Universiteitskliniek voor gezelschapsdieren in Utrecht of het Medisch Centrum voor Dieren in Amsterdam. Mogelijk kan uw dierenarts u doorverwijzen naar een van deze specialisten voor aanvullend onderzoek. Ik wens u veel sterkte en ik wens uw hond veel beterschap!

Priscilla, 15-07-2015
Hoi mijn Jackrusseltje van bijna 7 heeft een te traag werkende schildklier, ze krijgt al 2 maanden medicijnen daarvoor, maar ik vind haar niet beter worden. Ze ligt veel en sjokt ook nogsteeds tijdens het uitlaten. Haar nieren zijn ook wat slechter die moet ook steeds in de gaten gehouden worden. De hond Lola komt elke 10 dagen een kilo aan want ze heeft vet in haar buik door de slechte schildklier. Weet u wat ik verder nog voor haar kan betekenen? Reactie infoteur, 20-07-2015
Het is bij schildklierproblemen belangrijk (zeker in het begin) om regelmatig bloed te laten prikken om de waarden te beoordelen. Het heeft soms namelijk even tijd nodig om de juiste dosis van de medicijnen te vinden. Dat zou dus een eerste stap kunnen zijn. Wellicht is de dosis die uw jack russeltje nu krijgt (nog) niet de juiste. Is er ook getest op eventuele andere aandoeningen (bijvoorbeeld ziekte van Addison of ziekte van Cushing)? Veel sterkte met uw hondje.

Ellysevereyns, 06-07-2015
Beste, ik heb een chiuwaeake van 4 jaar, en ik maak mij wat zorgen omdat het een zorgen hondje is. Gevoelig maagje en lever, en ze is ook wat kaas op de buik en donzig haar, ze is al reeds getest maar niets lijkt erg te zijn. Het is nooit een aktief hondje geweest en slaapt heel veel. Heel af en toe speelt ze wel eens met andere hondjes maar nooit lang, en dan rust ze weer. Ze heeft ook zwakke achterpootjes en staan wat krom, ze eet goed en drinkt goed, en ze kijkt altijd droevig. Maar nu ik dat heb gelezen over die ziekte twijfel ik ook wel of ze dat niet heeft, ze is ook veel te dik en komt telkens bij ook al eet ze niet veel, kan u mij helpen of raad geven aub? Ik maak mij zo ongerust, ze is getest en die kaalheid zou erfelijk zijn, ik weet het ook niet meer maar ik zou willen weten wat mijn hondje heeft, gr elly Reactie infoteur, 13-07-2015
Als u wilt weten of uw hondje een te traag werkende schildklier heeft, dan kunt u hiervoor bloedonderzoek laten doen. Ik zou uw zorgen dan ook bespreken met uw dierenarts en hem vragen (nogmaals) bloed te prikken en dat (specifiek) hierop te onderzoek. Veel sterkte met uw hondje.

Tamira (94 artikelen)
Gepubliceerd: 08-11-2011
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Huisdieren
Bronnen en referenties: 6
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.