Een winterslaper als huisdier: de Griekse landschildpad

De Griekse landschildpad is afkomstig uit de Europese landen rond, en de eilanden in de Middellandse Zee en heeft dus veel warmte en zon nodig. Bij ons is dat in de winter ver te zoeken en daarom houdt deze schildpad een winterslaap.

De Griekse landschildpad

Volwassen wordt de Griekse landschildpad tot 23-24 cm lang en kan tot 2 kilogram wegen.Ze hebben een eivormig pantser dat hooggewelfd is, maar het buikschild is bij de vrouwtjes plat en bij de mannetjes zelfs iets naar binnen gewelfd. Het rugschild bestaat uit 2 schildplaten in het midden met daaromheen 8 grotere platen en aan de rand van het schild smallere platen. De schildplaten zijn zwart met een gele vlek. Hoe ouder de schildpad wordt, hoe meer de zwarte kleur gaat overheersen.
Laat een schildpad niet op zijn rug liggen: hevig trappend zal hij proberen zich terug op zijn buik te draaien en dat gaat niet zonder moeite.

De Griekse landschildpad is een alleseter, hij eet bladeren, plantendelen en vruchten, maar ook wel slakken, aas en mest. Hij eet geen wortels; niet omdat hij ze niet lust, maar het is waarschijnlijk een overlevingstruc om in droge gebieden niet alle planten te laten verdwijnen door hun wortels op te eten. De schildpad stelt niet veel eisen aan zijn leefomgeving en kan zich relatief gemakkelijk voortplanten.

Verzorging en winterslaap

Een Griekse landschildpad kan vrij in de tuin rondlopen. Hij zal wel eten van alles wat "groen" is, behalve gras: sla, planten, bloemen. Een ruime tuinren, dubbel zo hoog als het pantser van de schildpad, voorzien van beschutting tegen de regen, kan ontsnappingspogingen tegengaan. Als je een Griekse landschildpad in huis wil houden, voorzie dan zeker een ondiepe drinkschaal en een slaaphoekje met hooi. Als je geen tuin hebt, zul je een zomer- en een winterverblijf moeten voorzien. Een ruime houten kist kun je vullen met zand of tuinturf. Dagelijks een hoeveelheid voedsel die overeenkomt met de omvang van het dier: fruit, tomaten, sla, gekookte aardappelen; maar ook regenwormen of meelwormen en kleine hoeveelheden gehakt vlees. Het beste tijdstip om je schildpad te voeden is 's ochtends. De Griekse landschildpad heeft dan enkel nog vers drinkwater nodig. Wanneer de temperatuur onder de 15°C zakt voelen ze zich niet zo best meer.

Als je de Griekse landschildpad zich in de herfst laat ingraven in de tuin, dan zal hij een zeer strenge winter maar zelden overleven. De winterslaap is een noodzakelijke rustperiode voor deze dieren; die moet dan ook zorgvuldig worden voorbereid. Weken van tevoren geef je hem best erg voedzame maaltijden. Tegen het begin van de winterslaap, in november, zal de schildpad zich nog maar amper kunnen bewegen in zijn pantser. Dan zal de schildpad 3 à 4 dagen hongeren om zo het darmstelsel te ledigen. Wel kan je dagelijks een badje geven en wanneer zijn schild droog is, ze lichtjes met olie inwrijven. Zodra je een wit slijm ziet, mag je de schildpad gerust in winterslaap laten gaan.

Een houten kist of een ruim aquarium, gevuld met hooi, gedroogde bladeren en tuinturf, op een vorstvrije plaats zijn zeer geschikt. Kleine schildpadden die minder weerbaar zijn tegen strenge vorst houden gewoonlijk een winterslaap van 3 maanden. De grotere exemplaren kunnen bij barre koude wel tot 5 maanden slapen. Regelmatige controle is echter geen overbodige luxe, vroegtijdig ontwaken blijft mogelijk. Eens de diertjes wakker zijn (ten laatste in maart) breng je ze best onder in een verwarmde ruimte waar het warmer is dan 15°C. In het begin geef je ze best licht en zacht voedsel om hun darmen wat te sparen na hun lange rust. Een lauw bad is aan te raden. Wanneer de uitwerpselen groenbruin zijn, mag je aannemen dat de schildpad weer in zijn gewone levensritme is gekomen. Het is ook aan te bevelen om één keer per jaar met je schildpad naar de dierenarts te gaan om een wormmiddel te krijgen. Zo kan de Griekse landschildpad aan een nieuwe lente beginnen.