Hangbuikzwijntje als huisdier

Er zijn steeds meer mensen die een hangbuikzwijntje als huisdier hebben, in de tuin en zelfs in huis. Belangrijk is wel "bezint eer ge begint", want er komt best het een en ander kijken bij de verzorging van een zwijntje. Als je weloverwogen besluit een hangbuikzwijntje te nemen als huisdier, zul je daar heel veel plezier aan hebben.

Hoe je een hangbuikzwijntje kunt herkennen

Er zijn veel soorten hangbuikzwijntjes, mini-varkens en zelfs teacup-varkentjes. Het grootste verschil tussen alle soorten is de afmeting die ze hebben als ze volwassen zijn. Niet alle mini-varkentjes blijken op volwassen leeftijd ook nog "mini" te zijn, dus enige voorzichtigheid is hierbij wel geboden. Een hangbuikzwijntje heeft een recht staartje, met een pluimpje aan het einde. Een gewoon varken heeft een krulstaart, en als jouw hangbuikzwijntje geen rechte, maar een (enigszins) gekrulde staart heeft, is het waarschijnlijk gekruist met een gewoon varken. Een gewoon varken kan tot 300 kilo wegen als het volwassen is, dus dan zal jouw hangbuikzwijntje zeker geen "kleintje" blijven. De beste graadmeter om te weten hoe groot jouw zwijntje zal worden, is als je de beide ouders kunt zien. Als de moeder is gedekt door een mannetje dat kleiner is dan zij, zal het nageslacht iets kleiner blijven dan de moeder is.

Aanschaf van een hangbuikzwijntje

Het is erg belangrijk om een hangbuikzwijntje niet alleen te houden, omdat ze graag in elkaars gezelschap verkeren. Het is dus zeker aan te raden om twee zwijntjes te nemen, want dan zullen ze veel gelukkiger zijn. Je zult dan de keuze moeten maken tussen zeugjes of beertjes. Zeugjes stinken minder dan beertjes, maar worden later "berig", dit is de periode waarin het zeugje vruchtbaar is en op zoek wil gaan naar een geschikte partner. Dit duurt een paar dagen, en komt om de drie weken weer terug.
In deze dagen kan het zeugje last hebben van een slecht humeur. Beertjes worden meestal een paar dagen na de geboorte gecastreerd, en dan heet het beertje een "borgje". Borgjes zijn vaak wat aanhankelijker dan zeugjes, maar stinken wel meer. In een nestje hangbuikzwijntjes is een vaak een opvallend verschil in grootte van de biggen. De brutaalste, en sterkste biggen zorgen dat ze het eerste, en het meeste drinken bij de moeder. Deze zijn dan ook vaak beduidend groter dan de wat minder brutale biggetjes. Dit heeft geen invloed op hun uiteindelijke afmeting en gewicht.

Karakter van een hangbuikzwijntje

Hangbuikzwijntjes zijn bijzonder intelligent, zelfs veel slimmer dan een gemiddelde hond. Ze kunnen dan ook veel leren, en begrijpen heel snel wat de bedoeling is. Je kunt je zwijntje leren zitten, liggen en komen als je roept. Belangrijk is dat je iedere keer als je je zwijntje eten, of iets lekkers geeft, zijn naam noemt en een geluid te maakt, en dit steeds te herhalen. Je zwijntje zal al snel naar zijn naam gaan luisteren, en het geluid herkennen. Mocht het ooit gebeuren dat je zwijntje ontsnapt, dan zal het makkelijk achter je aan lopen als je dit geluid maakt. Het tam maken van een zwijntje is niet moeilijk. Zwijntjes doen niets liever dan eten, en voor iets "lekkers" zijn ze tot veel bereid. Ze zullen al snel uit je hand eten, en als je ze eenmaal hebt geaaid zullen ze daar iedere keer voor gaan staan, en zelfs op hun rug gaan liggen. Wees wel voorzichtig met uit je hand voeren, want zwijntjes hebben behoorlijke tanden, en kunnen je per ongeluk bijten. Hangbuikzwijntjes wennen aan het ritme van voeren, en iedere dag op dezelfde tijden voeren is dan ook handig. Zwijntjes spelen graag met een voetbal, en een baaltje hooi is ook goed voor veel vermaak. Slapen is ook een favoriete bezigheid van je hangbuikzwijntje, en dat zal hij of zij dan ook veel en graag doen. Hangbuikzwijntjes wroeten met hun neus in de aarde, op zoek naar wormen, en omdat ze nou eenmaal graag wroeten. Hier moeten ze dus de gelegenheid voor hebben, in de vorm van een behoorlijk stukje grond, waar wroeten mag. Een zwijntje wat in huis wordt gehouden moet een bak met aarde, steentjes en houtjes hebben om in te kunnen wroeten. In de zomer nemen zwijntjes graag een modderbad, enerzijds om af te koelen, en anderzijds omdat de opgedroogde modder hun huid beschermt tegen zonnebrand. Hangbuikzwijntjes zijn erg schone dieren, ze ontlasten zich zover mogelijk bij hun slaapplaats vandaan. Het stro in hun slaapplaats zullen ze dus nooit bevuilen. In huis kun je een zwijntje leren om op een kattenbak te gaan.

Verzorging en huisvesting

Als je zwijntjes in de tuin wilt houden, zorg dan voor een goed, en tochtvrij slaaphok. Dit hok moet groot genoeg zijn, reken op twee m2 per zwijntje als minimale afmeting. De bodem moet iets boven de vloer zijn, zodat er geen kou kan optrekken. Hierop moet een dikke laag stro gelegd worden van minstens 30 cm, zodat ze hierin lekker warm en comfortabel kunnen slapen. Om de drie weken moet het stro vervangen worden, en de bodem goed schoongemaakt met een borstel en chloorwater. Buiten het hok moet voldoende plaats zijn om te wroeten, te spelen en een modderbad te nemen. Zwijntjes kunnen echte "slopers" zijn, en zullen menig hek, of afrastering vernielen. De minst leuke, maar wel de meest effectieve manier, is een schrikdraadje rondom hun stuk grond te maken. Zeugjes die "berig" zijn, zullen alles op alles zetten om op zoek te gaan naar een beertje, en een hek, of zelfs prikkeldraad houdt haar dan niet tegen. Het schrikdraad is ongevaarlijk, en ze leren heel snel daar van weg te blijven. Zwijntjes zijn echte "alles-eters", maar mogen echt niet alles hebben. Vlees is absoluut verboden (in de wet) voor varkens, en van zout kunnen ze heel ziek worden. Zwijntjes eten zeugenbrokken, en daar zit eigenlijk alles in wat ze nodig hebben. Af en toe iets lekkers geven mag, maar niet teveel. Alle soorten groenten(afval) en fruit zijn geschikt, behalve rauwe aardappels, en aardappelschillen, en rabarberblad is giftig voor je zwijntje. Restjes gekookte rijst (zonder zout), en af en toe een stukje oud brood is ook echt een traktatie voor je zwijntje. Wees voorzichtig met bijvoeren, want een zwijntje wordt snel te dik. Als je een zwijntje in huis wilt houden, is dat goed mogelijk. Je kunt zelfs met je zwijntje gaan wandelen aan een tuigje. Al met al is het houden van hangbuikzwijntjes een hele gezellige hobby, en kun je de komende 25 jaar rekenen op dikke vriendschap!