Pembroke Welsh Corgi

De Pembroke Welsh Corgi is een hond uit de herdersfamilie en is een afstammeling van de Zweedse Vallhund, die vanuit Denemarken naar Wales is gebracht door de Vikingen. De oorsprong van de hond wordt gevonden in Pembrokeshire, Wales. Een andere Welsh Corgi is de Cardigan Welsh Corgi. Deze twee zijn samen de kleinste herdershonden, die de koeien van de boeren deden hoeden. Door de korte pootjes en het lange lichaam konden ze makkelijk onder de koe en tussen de poten doorrennen. In dit artikel wordt het uiterlijk beschreven, het karakter, de gezondheid en de opvoeding beschreven.

Het uiterlijk

De Pembroke Welsh Corgi staat over het algemeen bekend om zijn aparte lichaamsbouw. Het is een hond met korte pootjes, een stevige bouw en een lang lichaam. Er wordt gezegd (maar of dit waar is) dat het een oude kruising was tussen een Duitse Herdershond en een Teckel. De vachtkleur komt het meest voor in twee verschillende kleuren: de rode/sabel kleurige vacht met wit en de zwarte vacht met wit, de zogenoemde tri-color. Het kan voor komen dat een puppy geboren wordt met een zwarte en witte vacht, maar wanneer de hond ouder wordt kan het zwart veranderen in rood. De vacht is kort tot middellang en onder de bovenlaag zit een lange onderlaag. Het hoofd lijkt op die van een herdershond door de grote puntige oren. De meest voorkomende staart is een lange staart met een witte pluim op het eind. Echter zijn de honden van oorsprong gefokt met een natuurlijke korte staart. De korte staart heeft een wervel minder dan de lange staart, maar deze staart komt niet meer zo vaak voor. Teven hebben een gewicht van 10 tot 11 kilo en reuen van 10 tot 12 kilo.

Verschil met de Cardigan Welsh Corgi
Een Cardigan heeft vaak een donkere vacht met lichtere stippen. Ook zijn de ogen blauw van kleur en de oren ronder en groter. De staart is langer.

Het karakter

Ondanks hun korte pootjes zijn ze, net als de andere herdershonden, snel en atletisch gebouwd. De honden hebben daardoor veel beweging nodig. Ze hebben veel energie en zijn altijd bezig met rennen en spelen. Corgi’s zijn beschermend over het gezin waar ze bij wonen. Bij een vreemd geluid slaan ze gelijk aan door te blaffen. Tegenover bezoekers zijn ze afwachtend maar niet argwanend. Doet het baasje normaal tegen de bezoeker, dan zal de hond dat ook doen. Een Pembroke is van nature dominant en als pup proberen ze over de baas te domineren. Het zijn herdershonden en dat gedrag komt in de puppy periode tot uiting door in de hielen te bijten. Dit is er makkelijk uit te trainen en het zijn prima gezinshonden. Ze spelen graag met kinderen en willen aandacht. Daardoor zal de hond veel bij je komen liggen. De honden zijn nieuwsgierig en over het algemeen niet bang aangelegd.

De gezondheid en verzorging

Door de korte poten, het lange lijf en de stevige bouw kan de Pembroke snel last hebben van overgewicht. Men moet oppassen met de hoeveelheid voer en het geven van snoepjes. De ruggengraat is lang en overgewicht kan irritaties opleveren aan de ruggengraat. Ze zijn in staat om grote hoogtes te springen maar dit is niet goed voor de rug. De rug kan hieronder lijden en rugproblemen kunnen ervoor zorgen dat de levensverwachting terug loopt. Een Corgi wordt ongeveer tussen de 12 en 14 jaar oud. De haren tussen de voetkussentjes van de poten moeten regelmatig bijgeknipt worden om irritaties en ontstekingen aan de poten te voorkomen. Borstel de lange onderlaag maar twee keer per jaar tijdens de ruiperiodes. Overmatig borstelen stimuleert de rui namelijk.

De opvoeding

De Pembroke Welsh Corgi is van nature dominant en zal dit als pup uiten. Het is er gemakkelijk uit te trainen, mits de baas consequent is. Wees streng en begin vroeg met trainen. Een Corgi is slim en pakt bevelen snel op als er een beloning tegenover staat. Leer alles wat je wilt als pup aan of af. Wanneer de hond ouder is kan je ze nog steeds dingen leren. Er wordt gezegd dat de Pembroke een grote hond in een klein jasje is en zo gedragen ze zich. Voed de hond op alsof het een grote hond is.