Aftekeningen op het paardenhoofd

Doordat een paard aftekeningen op zijn lichaam heeft kun je hem makkelijker herkennen, omdat deze bij geen elk paard precies hetzelfde zijn. De aftekeningen worden daarom ook vermeld in het paardenpaspoort en op de eventuele startkaart voor wedstrijden. Aftekeningen zijn witte vlekken die voorkomen op het hoofd en de benen van een paard en soms ook op andere plekken. In dit artikel behandel ik de aftekeningen die voorkomen op het hoofd.

Drie soorten

Er zijn over het algemeen drie soorten aftekeningen op het hoofd en dat zijn de bles, de kol en de sneb. De bles is een witte vlek/streep op de neusrug tot de neusgaten. De kol is een witte vlek op het voorhoofd, en de sneb is een witte vlek op en rond de neus en lippen. Deze drie soorten komen ook weer voor in verschillende vormen.

Kol

• Stip / Stipje: Deze is, met de afmeting van 1–2 centimeter, klein en wordt ook wel sterretje genoemd.
• Kol / Kolletje: Er zit verschil in een ‘kol’ en een ‘kolletje’. Het zijn beide witte vlekken op het voorhoofd, maar een ‘kolletje’ is maximaal 2-5 centimeter groot, wanneer deze groter is wordt het een ‘kol’ genoemd.
• Grote kol: deze is nog groter. Om het een ‘grote kol’ te mogen noemen moet deze beide oogkuilen bedekken.
• Druipkol: Deze loopt aan de onderkant smal uit, als een druppel.

Bles

• Streepje: Zoals het woord het al zegt is dit een lange, zeer smalle streep, deze is maximaal 10 centimeter lang.
• Smalle bles: Wanneer het ‘streepje’ langer is dan 10 centimeter, wordt dit een ‘smalle bles’ genoemd. Ook een streep die korter is, maar wel één vinger breed wordt een ‘smalle bles’ genoemd.
• (gewone) Bles: Een bles van ongeveer 2 vingers breed.
• Brede bles: We spreken van een ‘brede bles’ wanneer het grootste middenstuk van het hoofd bedekt is. Hiervoor moet de bles minimaal drie vingers breed zijn.
• Wit(te) (voor)kop: Zijn naast het voorhoofd en de neusrug ook de zijkanten en/of de oogkuilen van het hoofd bedekt? Dan wordt dit een ‘wit(te) (voor)kop’ genoemd. Wanneer een witkop slechts één kant van het gezicht bedekt, noemen wij dit een éénzijdige wit(te) (voor)kop. Sommige mensen noemen dit ook wel een ‘melkhoofd’, meestal is de neus hierbij dan ook wit.

Sneb

• Sneb: Een witte aftekening die zich ter hoogte van de neusgaten bevindt.
• Brede sneb: Een weinig gebruikte term. Deze aftekening omringt/doordringt één of beide neusgaten.
• Vleesvlek: Dit is een haar -en pigmentloze vlek en is roze van kleur, ofwel vleeskleurig.
• Witte lip: Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen onder- en bovenlip.
• Witte (melk)mond of witte mondhoeken.
• Witte neus of neustopje.

Dit zijn veel voorkomende aftekeningen op het hoofd, maar er bestaan er natuurlijk nog veel meer. De drie vormen kunnen ook voorkomen in verschillende combinaties, wanneer een kol overloopt in een bles of een bles in een snep bijvoorbeeld. Ook de kol kan worden vernoemd naar de vorm die het heeft, bijvoorbeeld vierkant of hartvormig. Een Bles kan onderbroken zijn of uitwijken naar de zijkanten. De aftekeningen worden zo gedetailleerd mogelijk benoemd. Dit om zo duidelijk mogelijk te krijgen om welk paard het gaat.